zondag 20 december 2009

"Jesse denkt na over dingen" - Deel 1: Bang en Behang

Goedendag, mijn allerbeste vrienden en vriendinnen,

Graag even jullie aandacht voor het volgende:

De meeste van jullie zijn er vast wel van op de hoogte dat ik, Jesse Niëns, een ontzettende liefhebber ben van onze Nederlandse taal. Ondanks deze aangeboren liefde is het zeker niet onbelangrijk om de Nederlandse taal af en toe eens kritisch onder de loep te nemen.
Deze week onderzoek ik de volgende twee woorden: bang en behang, en eventuele vervoegingen.

Wat valt er op? Wat zijn de overeenkomsten en wat zijn de verschillen?

We hebben hier te maken met twee woorden, die in de uitspraak ontzettend veel op elkaar kunnen lijken. En dan vooral in situaties waarin mensen bijvoorbeeld haast hebben of hevig geëmotioneerd zijn. (Probeer het zelf maar eens.)
En daarmee komen wij gelijk op het tweede punt, dat is namelijk het feit dat deze woorden qua betekenis eigenlijk totaal los van elkaar staan.
Behang is simpelweg papier om wanden mee te bedekken, terwijl bang zijn een zeer intense emotie is.

Maar dan de grote vraag. Heeft het feit dat deze twee woorden qua uitspraak zo ontzettend veel op elkaar lijken maar qua betekenis totaal niks gemeen hebben, een grote kans tot het leiden van gigantische misverstanden met cruciale gevolgen voor bijvoorbeeld het broeikaseffect of de kredietcrisis?

You be the judge:

Ik heb een situatie kunnen bedenken, waarin deze twee woorden verwisseld kunnen worden.
De Situatie:
Jan: is bang, hij is bijvoorbeeld loodgieter.
Piet: is neutraal, hij is bijvoorbeeld bakker.

Jan zegt: “Oh nee, het lood is niet goed gegoten, ik ben bang!”

In theorie zou Piet hier kunnen verstaan:
“Oh nee, het lood is niet goed gegoten, ik ben behang!”

Ten eerste denk ik niet dat Piet dit zou verstaan, want de link met het fout gegoten lood en de uitgesproken emotie, kan zelfs door een simpele bakker eenvoudig gemaakt worden, lijkt mij. Ten tweede is het sowieso heel raar als je denkt dat iemand zegt dat hij behang is, dat slaat namelijk echt helemaal nergens op. And last but not least, zou het geen eens erg zijn als Piet wel behang had verstaan, want dan had hij gewoon kunnen navragen:

“He Jan, zei je nou dat je behang was?”

En dan had Jan gezegd: “Nee, ik zei dat ik bang was!”
Dit keer met de nadruk op het woord bang.

Al met al, denk ik zelf dat deze twee woorden niet verandert hoeven te worden om misverstanden te voorkomen. Aangezien de kans dat het gebeurt al verwaarloosbaar is, en dat deze verwaarloosbare kans tevens nauwelijks cruciale gevolgen kan hebben voor het eerder genoemde broeikaseffect of de huidige kredietcrisis.
Toch zou ik graag jullie mening willen horen, wellicht hebben jullie persoonlijke ervaringen met misverstanden, of kijken jullie totaal anders tegen deze kwestie aan. Ik hoor het graag, en ik sta open voor iedereen ze mening.

Wees niet bang en zeg wat je voelt! Het leven is kort, te kort om te zwijgen!

“We’re all black when the lights go out!” Onthoud dat, en alles komt goed.
Volgende week wellicht twee nieuwe woorden in de rubriek: 'Jesse denkt na over dingen'.

Houd van jullie,

Jesse Niëns

6 opmerkingen:

  1. :-) Tuurlijk wil ik reageren. Ik stuitte toevallig op je blog...Leuk dat je je hiermee bezig houdt!

    Er zijn zeker nog veel meer mensen die over dit soort dingen nadenken en er zelfs uren over gezellig of kunnen discussieren! In de taalkunde zijn er verschillende theorieen over te vinden. Ja.. er zijn zelfs mensen die hier beroepsmatig over nadenken :-). From the top of my head-ik kan er natuurlijk (gedeeltelijk) naastzitten- denk ik dat het verwarringsprobleem niet bestaat als het om moedertaalsprekers van het Nederlands gaat:

    1.Op de een of andere manier "weet" iemand (niet bewust natuurlijk, maar in zijn interne grammatica) dat de combinatie van "ik" en "behang" op deze manier niet samen gaat: behang kan geen subject hebben als het als zelfstandig naamwoord wordt gebruikt (zoals in het voorbeeld dat je geeft). Het kan dus niet op die positie in de zin voorkomen. Luisteraars 'weten' dat. Als de spreker toch daadwerkelijk 'behang' zei, dan krijgt de luisteraar een soort van signaal van zijn brein: dit klopt niet. Het brein regelt dit super snel: het heeft zich nl. al na het stukje "ik ben" gerealiseerd dat worden zoals "behang" hier niet meer achteraan kunnen komen. De laatste jaren (en nogsteeds) wordt er veel onderzoek verricht naar dit signaal door middel van b.v. fMRI onderzoek. Het signaal is zichtbaar op een spectrogram (bij een andere methode dan fMRI) als een semantische piek of een grammaticale piek, afhankelijk van wat de mismatch is. Een professor in Leiden die zich o.a. hiermee bezig houdt is Niels Schiller (www.nielsschiller.nl) psycho/neurolinguist.

    2. Een ander argument is taal/klank evolutie. Sprekers van een taal willen graag de afzonderlijke klanken van een taal zoveel mogelijk bij elkaar vandaan houden, zodat ze zo duidelijk mogelijk verstaanbaar zijn. Er is dus een algemene trend om bv de klinkers zo ver mogelijk van elkaar vandaan uit te spreken. Dit zou theoretisch kunnen zorgen voor een constante klankrotatie van klinkers (misschien kun je het visualiseren met de klinker 3-hoek - Wikipedia?. Dit gebeurt natuurlijk niet overnacht, maar als je naar Nederlandse, Duitsen en Engelse klinker uitspraak kijkt kun je zien dat er toch wel verandering in zit (huis - house - Hause) Ik kan me zo voorstellen dat dat dus ook bij bang-behang zou gebeuren. Als de woorden te veel op elkaar gaan lijken zodat het een probleem vormt, dan nemen de woorden automatisch weer afstand van elkaar.
    Er is toevallig ;-) ook iemand die zich met dit soort dingen bezighoudt: Marc van Oostendorp (Fonoloog)www.vanoostendorp.nl (ook professor in Leiden)

    3. Tenslotte zou het ook nog zo kunnen zijn dat hoewel de woorden op het eerste gezicht erg veel op elkaar lijken in uitspraak, ze toch nog ruim voldoende van elkaar verschillen. Zelfs als je behang snel uitspreekt, zit er toch nog een soort van 'h' tussen de b en de a. Bhang. Die 'h' kunnen we misschien onbewust toch wel registreren. Net zoals Engelsen het registreren als iemand niet moedertaal spreker van het Engels is: Nederlanders hebben extreem veel moeite met het uitspreken van de geaspireerde (h) eerste klank van alle woorden met bv de volgende structuur: Tim (zij zeggen thim, wij tim). Je zou kunnen proberen om zelf allebei de woorden uit te spreken en op te nemen met programma Praat. Te downloaden op http://www.fon.hum.uva.nl/praat/download_win.html. In het oscillogram kun je dan kijken of je de h terug kan vinden bij het woord behang (na de eerste piek van de B en voor de regelmatige golf van de A) en het verschil tussen beide woorden zichtbaar maken..

    Ik hoop dat het bovenstaande niet al te verwarrend en onleesbaar is. Ik heb het in grote haast opgeschreven. Zoals je waarschijnlijk al wel hebt geraden ben ik idd taalkundige, hoewel bovenstaande niet mijn specialiteit is....

    Eva

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Deze reactie is verwijderd door de auteur.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Als t goed is wel ja. Verbrand al het behangpapier!

    BeantwoordenVerwijderen
  4. ik heb net tentamen inleiding in de taalwetenschap gedaan.. het was niet hard..

    BeantwoordenVerwijderen

Reageren zul je, hondsvot!